Het is zover. Ik heb eindelijk weer inspiratie om ergens over te schrijven. En tegelijk is dat eigenlijk helemaal geen goed ding. Het betekend namelijk dat ik nu, ondanks dat ik midden in mijn examenperiode zit (daarover later meer), toch tijd uittrek om dit berichtje te tikken.
Natuurlijk zit iedereen voornamelijk thuis op het moment door de lockdown. En ookal gaan steeds meer bedrijven weer aan het werk en zijn ondertussen zelfs de winkels weer open, ik zit gewoon thuis. Alleen thuis. Al meer dan 60 dagen, want door omstandigheden waren wij al thuis nog voor we officieel in lockdown gingen. Met twee schatten van kinderen die ik ongelofelijk graag zie. Waar ik heel veel leuke dingen mee doe. Maar die ik op zijn tijd met evenveel liefde achter het behang plak.
Mijn tijd moet ik omkrijgen met een combinatie van kleuterjuf spelen en het maken van examentaken en studeren voor examens. Gelukkig heb ik mijn lieve man die zo veel mogelijk van mij overneemt zodra hij thuis is van zijn werk. Maar overdag sta ik er meestal alleen voor. En dat begint te wegen.
Voor moederdag kreeg ik een voormiddag het huis ontvluchten cadeau. En dat had ik zo ontzettend nodig, dat had ik pas door toen ik weg was. En met evenveel plezier en opgeladen batterijtjes keerde ik ’s middags weer terug naar huis, terug naar mijn schatjes.
Maar daarna begint het gewoon opnieuw natuurlijk. ’s Morgens vertrekt mijn man naar het werk. Met wat geluk slapen de kinderen dan nog en kan ik een uurtje werken. Vaker wel dan niet staat er toch al iemand aan mijn mouw te trekken nog voor ik mijn laptop goed en wel heb opgestart. Dan begint een dag vol eten en drinken voorzien, activiteiten bedenken, luiers verschonen – Lena weigert echt om zindelijk te worden, wat helemaal prima is want ieder kind doet dat op z’n eigen tempo natuurlijk – en scheidsrechter spelen als er wéér eens een keertje ruzie gemaakt wordt. Zodra ze even rustig in de zetel zitten (want schermtijd is nu iets meer aanwezig in ons leven, die rustpuntjes heb ik echt even nodig) vlieg ik even door de living en de speelkamer om het weer een beetje op te ruimen voordat mijn man weer thuis komt en er eten op tafel moet komen. Na het eten krijgt mijn laptop eindelijk zijn herkansing om op te starten en kan ik aan het werk. Enkele uren werk later is het ondertussen pikkedonker buiten en verlang ik naar mijn bed. Want morgen, morgen is een nieuwe dag.
Mijn examens zijn ondertussen begonnen. Dat geeft nog een beetje extra stress om mijn examens voor te bereiden met twee kleine pagadders in huis. En hier kom ik opnieuw bij mijn man die me hier zo goed mogelijk bij ondersteund door zich na een zware werkdag meteen met de kinderen bezig te houden zodat ik zo veel mogelijk gedaan krijg. Omdat hij verlof heeft gevraagd voor de dagen dat ik examens moet gaan maken ookal werkt hij nog maar net in een nieuw bedrijf. Omdat hij mijn emotionele buien verdraagt, wanneer ik het weer eens niet meer zie zitten en dat afreageer op alles dat beweegt. Maar vooral omdat hij er gewoon altijd is als ik hem nodig heb.
Uiteraard zijn er ook positieve punten aan thuis zijn met de kinderen. Ik zie ze nu veel meer dan ooit. Ik kan ze zien opgroeien en ik leer hen nieuwe dingen die ze anders van de juf hadden geleerd en waar ik per toeval zou achterkomen. We bouwen tentenkampen en vallen hier allemaal samen in in slaap voor een heerlijk middagdutje. We spellen rollenspellen waarbij ik de kindjes omtover tot superhelden of fantasiewezens. We spelen zo ongelofelijk veel buiten dat de kinderen zo bruin zien alsof ze wekenlang op vakantie zijn geweest in een zuiders land – mijn melkflessen zullen we maar even negeren). We maken lange wandelingen, van mee dan een uur, waarbij de kinderen me elke keer weer meer verrassen in de afstand die ze kunnen afleggen. We gaan op bezoek bij het rusthuis waar mijn oma verblijft, waar we samen zwaaien aan alle ramen en regelmatig een babbeltje slaan. We ontdekken oude nieuwe boekjes die eigenlijk al een hele tijd in de kast staan en er nu weer uit komen. We knutselen en bouwen samen – Pieter is een ware Legobouwer, die de moeilijkste bouwdozen alleen voltooid. We doen zo ongelofelijk veel en dat is zo ongelofelijk fijn. En daar ben ik dankbaar voor. Dat wil ik zeker niet uit het oog verliezen.
Wil ik hier iets mee zeggen? Niet echt. Of misschien toch wel. Het is ok, lieve mama’s en papa’s die thuis zitten en het even helemaal beu zijn. Het is helemaal ok om je kinderen even weg te wensen. Zolang je een paar tellen later maar bedenkt dat je nooit een leven zonder hun zou willen natuurlijk. Maar we hebben het allemaal moeilijk. Het is voor niemand gemakkelijk. Maar er is hoop. Het wordt écht beter, beloofd. Hou nog even vol.
Waar worstelen jullie mee tijdens deze lockdown?
Liefs,
Dorien, een mamastudent in corona-tijden